Financiële structuur
Voor de jaren 2023-2024-2025-2026 is er € 600.000 per jaar beschikbaar gesteld om de doelstellingen vanuit de Warmtevisie te behalen. In 2023 is gestart met 4 startdorpen (pilots) waarbij veel geleerd is over samenwerken met lokale initiatieven, haalbaarheid, schaalbaarheid. In 2024 volgt op basis van deze eerdere ervaringen een uitvoeringsprogramma waarin uitgewerkt is hoe en in welke mate gemeente de Fryske Marren de startdorpen faciliteert, nieuwe initiatieven ondersteund en nieuw beleid ontwikkeld op vlakken waar daar nu nog niks is.
Projecten | 2023 |
---|---|
Project Eigen Warmte Balk | 200 |
Staatsteun onderzoek subsidieverstrekking | 10 |
Toolkit collectieve aanpak | 0 |
Subsidieregeling initiatieven aardgasvrij | |
Project Aquathermie Interreg | -100 |
Project Wartmtenet Joure | 65 |
Missy Wetterwaarmte | |
Reservering Biogashub | 40 |
Rolopvatting DFM | 10 |
Toegepast onderzoek tbv aardgasvrij | 15 |
Onvoorzien | |
Kosten per jaar | 240 |
project budget | 600 |
Budget van 2023 wat bekostigd wordt in 2024 | 360 |
Wat hebben we bereikt?
Balk
Door middel van het beschikbaar stellen van € 200.000 subsidie aan energiecoöperatie Gaasterland is het startdorp Balk in staat gesteld om verdere ontwikkeling van een aardgasvrij verwarmingssysteem uit te werken tot op het niveau van een voorlopig ontwerp. Hiermee is de projectgroep (eigen warmte Balk) in staat om de eerste verkennende gesprekken te voeren met ontwikkelaars.
Dankzij de tussenkomst van het Missyteam Wetterwaarmte is er bezoek geweest vanuit het ministerie van EZK waarbij de mogelijkheden van de toekomstige WIS-subsidie is besproken en is de casus van Balk toegepast in de ontwikkeling van de toekomstige subsidie. Dit heeft in de eerste prognoses geleid tot een aanzienlijk gunstigere uitkomst van de te verwachten subsidies.
Vanwege de voortgang vanuit Balk is de vraag over eventuele participatie/investering/deelname vanuit de gemeente de Fryske Marren in een eventueel op te zetten (privaat) warmtebedrijf gekomen. De uitgangssituatie van een businesscase verbeterd wanneer er aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan, zoals bijvoorbeeld garantstelling, (privaat)warmtebedrijf en intentieovereenkomsten.
Terherne
Het tweede startdorp Terherne heeft in 2023 de eerste resultaten van een haalbaarheidsonderzoek gedeeld met de inwoners. Daarnaast is een tweede bijeenkomst geweest in het najaar waarbij de deelname van de gemeente aan het EU northsea region Interreg traject met als casus Terherne is gedeeld. Beide bijeenkomsten zijn door 100 tot 150 man bezocht (op 755 totale inwoners), daaruit blijkt een grote betrokkenheid en positief draagvlak voor de warmte opgave in Terherne.
Interreg is een Europese subsidie voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Voor het Interreg traject heeft de gemeente deelgenomen aan verschillende bijeenkomsten waaronder een internationale fysieke bijeenkomst in België met alle partners. De partners zijn gemeenten, ontwikkelprojecten, universiteiten, belangenorganisaties zowel uit Nederland als uit Frankrijk, België, Duitsland, Denemarken en Zweden. In het eerste jaar van dit traject heeft de gemeente vooral input geleverd bij de onderdelen Governance en Large Scale Implementation. De casus Terherne valt onder de Large Scale Implementation (in Terherne wordt nagedacht over aquathermie systemen die voor het gehele dorp warmte kunnen leveren).
Elahuizen
Het derde startdorp Elahuizen heeft in 2023 onderzocht welke mogelijkheden er zijn nadat een eerder onderzoek aangaf dat een grootschalig warmtenet in combinatie met een energielandschap niet paste bij de kleine schaal van het dorp. Kleinschalige isolatie projecten zijn passender bij dorpen met de omvang van Elahuizen. Samen met het dorpsbelang Elahuizen wordt bekeken op welke manier vervolg wordt gegeven aan een mogelijk isolatieproject.
Overige initiatieven
Naast de eerste Startdorpen hebben zich nog andere dorps initiaven gemeld bij de gemeente. Deze zijn waar mogelijk ondersteund met capaciteit, kennis en financiën om tot een aanpak te komen die passend is bij het dorp. Als voorbeeld zijn in verschillende dorpen enquêtes en bijeenkomsten geweest om inwonersparticipatie te vergroten. Meerdere energiemarkten zijn goed bezocht door inwoners waarbij informatie zowel vanuit de gemeente, maar ook vanuit (lokale) duurzame bedrijven over bijvoorbeeld isoleren en zonnepanelen, is gegeven. Voorbeelden zijn: Bakhuizen/Mirns/Rijs, Oudehaske en Nijemirdum waar we een energiemarkt hebben georganiseerd voor de Mienskip die zeer goed bezocht zijn.
Rolbepaling
In 2023 is de start gemaakt van een breed onderzoek wat inzicht geeft in de legitimiteit van overheden (en gemeente specifiek) ten aanzien van interveniëren in de markt van warmte- opwek, distributie en -levering. Dit onderzoek is niet afgrond in 2023, en wordt voortgezet in 2024.
Context en achtergrond
Bovenstaande acties dragen bij aan de doelstelling van de gemeente om in 2050 aardgasvrij te zijn, en in 20230 al 20% aardgasvrij.
Trends en ontwikkelingen
Positieve ontwikkelingen:
in 2023 is veel ontwikkeling en professionalisering geweest binnen de gemeente op het gebied van de warmtetransitie. Deze kennis is beschikbaar voor lokale initiatiefnemers, in 2024 wordt dit omgezet in beleid.
Het missyteam Wetterwaarmte is een samenwerking van Provincie, Wetterskip, Terschelling, SWF, DFM en Leeuwarden. Het doel van het missyteam is gezamenlijk aquathermie te promoten en projecten te versnellen. Op provinciaal niveau is het Missyteam WetterWaarmte uitgebreid met professionele ondersteuning in de vorm van projectondersteuning en technische kennis om een dynamische potentiekaart te maken waarmee op bestuurlijk niveau de mogelijkheden van aquathermie binnen Fryslân wordt duidelijk gemaakt.
Ontwikkelingen die een risico vormen:
Met alleen lokale initiatieven worden de doelstellingen niet behaald. Het gebruik van vrijwilligers die zeer grote en complexe projecten zelfstandig moeten initiëren, coördineren en op gang houden is zeer lastig gebleken. Het beslag op de capaciteit van vrijwilligers is te groot, de benodigde kennis is niet overal aanwezig, en de intrinsieke motivatie kan leiden tot verschil van inzichten binnen projecten, maar ook zeker ten opzichte van de rol van de gemeente en andere partners.
Om hierop te anticiperen zien we een grotere dirigerende rol van de gemeente om vooraf duidelijke richtlijnen en kaders op te stellen waarbinnen een lokaal mienskips initiatief kan en mag handelen. Daarnaast zal de gemeente inzicht moeten geven in de technische mogelijkheden die er zijn voor wijken/dorpen/gebieden, ook gerelateerd aan de dimensie tijd. Hierover zal intensief contact moeten zijn met externe partners zoals netbeheerders, provincie, etc. Door dit inzicht, de kaders en richtlijnen te bieden geven we als gemeente meer sturing aan de doelstelling om in 2050 de gehele gemeente aardgasvrij te maken, en niet slechts in de gebieden waar toevallig een enthousiast groepje vrijwilligers is die de gouden combinatie van tijd, capaciteit, en kennis heeft.
De gemeente zal keuzes moeten maken met welke initiatieven zij verder gaat indien de doelstellingen van de initiatieven niet (langer) aansluiten bij de doelstelling van de gemeente. Dit kan ook deels zijn als een deel van de doelstellingen niet aansluit bij de gemeentelijke doelstellingen.
Waar niet zelfstandig lokale initiatieven ontstaan zal de gemeente een andere aanpak moeten gaan hanteren om voor 2050 tot een aardgasvrije gebouwde omgeving te komen.
Gemeentelijke procedures zijn niet altijd geschikt voor de snel wisselende kansen en uitdagingen binnen de warmtetransitie.
Landelijke politiek en een langdurige formatie geven onzekerheid over de toekomstige wetgeving.